Home > Cursussen > Winsum 2012 > Woche 7

Woche 7

Persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval 

Eerste naamval Vierde naamval
ich mich
du dich
er ihn
sie sie
es es
wir uns
ihr euch
sie sie
Sie Sie

Gebruik de vierde naamval als het persoonlijk voornaamwoord lijdend voorwerp is:

Sie mag mich. (Zij vindt mij aardig.)

Ich sehe ihn. (Ik zie hem.)

 

De vormen zijn dezelfde als na het voorzetsel für: Ist das für mich? Ist das für ihn? 

Idioom

Leren hoofdstuk 16 Algemene begrippen.

Klik hier om te oefenen en om de zinnen te beluisteren.

Neem bij vragen gerust contact op: ek.de.vries@home.nl